Energie Prestatie Poelgeest |
Inleiding
Bij de totstandkoming van de eerste plannen voor Poelgeest is op het
gebied van de energievoorziening een hoge ambitie neergelegd. Het doel
was om de hoeveelheid benodigde energie van de woningen te beperken
en daarmee de koolstofdioxide-uitstoot met 50 % te verminderen. Om dit
te bereiken waren drie zaken belangrijk:
- Zongerichte verkaveling; een oriëntatie van de woonkamer op het
zuiden zorgt ervoor dat de zonnewarmte benut wordt om de woning te
verwarmen;
- De keuze voor een laag temperatuursysteem voor de verwarming door
aan te sluiten op de retourleiding van de stadsverwarming van Leiden;
- Een Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) van 1,0.
Inmiddels wordt voor de ongeveer 400 woningen van de 1e fase deze ambitie
ook waargemaakt. Er wordt een gemiddelde EPC van 1,0 gehaald en een Energie
Prestatie op Lokatie (EPL) voor heel Poelgeest van 8,0. In Nederland is
nog geen project met zúlke goede prestaties op het gebied van de EPC en
de EPL gerealiseerd. In Poelgeest is de eerste bewoner verwelkomt.
In dit stuk worden deze prestaties verder toegelicht.
Energie Prestatie Coëfficiënt
Algemeen
De EPC is een maat voor de hoeveelheid energie die in een huis ingebracht
moet worden om er comfortabel te kunnen wonen. Het gaat dan om de energie
benodigd voor ventilatie, verwarming en eventueel koeling.
De berekening van de EPC wordt beschreven in de Energie Prestatie Norm
(EPN). De invoering van deze norm heeft als doel het energieverbruik
terug te dringen, waardoor de productie van koolstofdioxide verminderd
kan worden en er minder brandstoffen met een eindige voorraad als gas
en steenkool verbruikt worden.
Door de norm steeds lager te stellen (een lager cijfer betekent dat
er minder energie nodig is) wordt dus het energieverbruik teruggebracht.
De norm die gehaald moet worden om een bouwvergunning te verkrijgen
is per 1 januari 1999 verlaagd (=strenger geworden) van 1,4 naar 1,2.
|
Poelgeest
Op het moment dat in Poelgeest de eerste bouwaanvragen ingediend werden
lag de eis voor de toen net ingevoerde EPC op 1,4. De in Poelgeest gestelde
eis van een gemiddelde EPC van 1,0 lag dus 30 % lager dan de wettelijke
eisen op dat moment.
In de 1e fase moest binnen elk project gemiddeld een coëfficiënt van
1,0 worden gehaald; per individuele woning diende de EPC onder de 1,05
te liggen.
In de officiële berekening van de EPC worden niet alle energie-besparende
maatregelen die in een huis genomen kunnen worden meegerekend. In Poelgeest
is ervoor gekozen om voor vier van deze maatregelen, voor een deel anticiperend
op de invoering van de nieuwe Energie Prestatie Norm een correctie op
de berekende EPC aan te brengen.
De vier maatregelen die in de berekeningen voor de woningen van Poelgeest
extra gewaardeerd worden zijn:
- Waterbesparende maatregelen op warmwaterkranen en douchekoppen.
Hiermee kan een besparing van ongeveer 15% op het warmwaterverbruik
behaald worden.
Per woning kost dit ongeveer fl. 40,- extra. De besparing van energie
door dit verminderde warmwaterverbruik kan direct verrekend worden
met de EPC.
- Stadsverwarming met een laag temperatuursysteem. In alle woningen
in Poelgeest wordt een laag temperatuursysteem gebruikt voor de verwarming.
Dit betekent dat het water dat door de radiatoren stroomt, 70º C is
in plaats van de gebruikelijke 90º C. Hierdoor worden onder andere
de leidingverliezen (de warmte die verloren gaat via de aan- en afvoerleidingen)
verminderd.
|
|
- De extra kosten bedragen ongeveer fl. 100,- per kW benodigd verwarmingsvermogen.
Hiervoor mag op de berekende EPC een correctie van 0,05 aangebracht
worden.
- Hotfill-aansluitingen. Dit zijn speciale warmwater-aansluitingen
voor de was- en afwasmachine. Het verwarmen van het water door deze
elektrische apparaten kan dan achterwege blijven wat weer een gunstig
effect heeft op het energieverbruik.
Deze aansluitingen kosten ongeveer fl. 200,- extra.
Hiervoor mag op de EPC een correctie van 0,02 aangebracht worden.
- PV-cellen. Photo-Voltaische cellen zetten zonnestraling om in elektriciteit.
Dit levert geen energie-besparing op, maar bij de productie van deze
elektriciteit ontstaat er geen koolstofdioxide.
PV-cellen kosten ongeveer fl. 2000,- per m2 extra; in de 1e fase van
Poelgeest is deze maatregel niet toegepast.
Voor de 400 woningen uit de eerste fase is inmiddels gebleken dat ze op
basis van de vigerende rekenmethode allemaal onder de 1,1 blijven met
een gemiddelde van 1,0.
Met bovenvermelde correcties blijven alle woningen onder de 1,0 en wordt
er gemiddeld zelfs een 0,9 gehaald.
En dat heeft voor de toekomstige bewoner natuurlijk ook voordelen:
de woningen zijn gemakkelijk warm te houden waardoor het er comfortabel
wonen is. En de energierekening blijft laag.
Toegepaste maatregelen
De EPN wordt voor een belangrijk deel bepaald door de isolatiewaarden
van de gevels, het dak en de begane grondvloer. Daarnaast speelt de
uitvoering van de details een rol omdat deze een grote invloed uitoefent
op de luchtdichtheid van de gevel.
- Rc-waarden per project
De Rc-waarde geeft aan hoe goed een gevel, dak of begane grondvloer
de warmte binnenshuis vasthoudt. In het bouwbesluit is een minimumwaarde
vastgelegd van 2,5 m2K/W; hoe hoger dit getal, hoe beter het onderdeel
isoleert.
|
|
- Luchtdichtheid van de gevel
Geen enkele gevel is helemaal luchtdicht. de uitvoering van de details
is bepalend voor de luchtdichtheid van de gevel; bij 'normale' detaillering
kan uitgegaan worden van een qv;10-waarde (een maat voor luchtdichtheid)
van 1,43 dm3/s/m2. Hoe lager dit getal, hoe beter.
|
|
- U-waarde raam per project
De U-waarde van het glas geeft aan hoeveel warmte er door een bepaalde
glassoort naar buiten toe wordt afgegeven. Normaal dubbel glas heeft
een U-waarde van 2,80 W/m2K. Hoe lager deze waarde, hoe beter.
|
|
Extra kosten
Zoals u begrijpt zijn aan al deze maatregelen ook extra kosten verbonden.
In bijlage 2 treft u een compleet overzicht aan met de per project per
woningtype toegepaste maatregelen en de daarbij behorende kosten. Daarnaast
is een tabel opgenomen met een samenvatting van deze gegevens.
Volgende fases
Voor de volgende fases van Poelgeest (nog ruim 600 woningen) zullen
de eisen ten aanzien van de EPC nog verder aangescherpt worden om zo
op een gemiddelde EPC voor de hele wijk van 0,85 uit te komen.
Totaal
woningen |
Rij-
woningen |
Vrijstaande
woningen |
Meergezins-
woningen |
Utiliteits-
bouw (m 2 ) |
1047 |
585 |
50 |
412 |
5000 |
|
Energie Prestatie op Locatie
Sinds de ontwikkeling van de wijk is er nog een nieuwe norm ontwikkeld
die betrekking heeft op de Energie Prestatie op Locatie: de EPL. Hierbij
wordt er gekeken naar de manier waarop de energie ten behoeve van de
wijk opgewekt wordt en de hoeveelheid koolstofdioxide die hierbij vrijkomt.
Daarnaast wordt er gekeken naar de EPC van de woningen. Het cijfer dat
behaald kan worden ligt tussen de 1 en de 10, waarbij een hoger cijfer
een betere prestatie is.
Met ingang van 2000 zullen nieuwbouwwijken een EPL van 6,0 moeten gaan
halen.
Alhoewel bij het ontwerp van Poelgeest niet specifiek rekening is gehouden
met deze nog in te voeren eisen, scoort het ook hier zeer hoog met een
8,0.
Op 26 mei aanstaande zal door het ministerie van VROM een ranglijst
bekend gemaakt worden met de EPL van nieuwbouwlocaties uit het hele
land. De verwachting is dat Poelgeest zeer hoog in deze lijst terecht
zal komen.
Bronvermelding
Bij de samenstelling van deze tekst is gebruik gemaakt van de volgende
publicaties:
- Richtlijnen voor woningbouw en woonomgeving "Poelgeest" (bouwtranche
1997 - fase 1); publicatie van de gemeente Oegstgeest, 1997
- Nota energievoorziening Nieuw-Poelgeest, W/E adviseurs te Gouda
in opdracht van de gemeente Oegstgeest, 1996
- Energieprestatieberekeningen van de genoemde projecten, vervaardigd
door W/E adviseurs te Gouda in opdracht van de gemeente Oegstgeest
in 1997 en 1998
- Energieprestatieberekening van Simontjesveld-noord, vervaardigd
door ingenieursbureau Eurotechniek te Gouda
|
|